Natuur

Bosflirtjes

Foto: K. Winterbos en K. Vrinkhuis

De natuur oefent een grote aantrekkingskracht op mij uit. De zee, meren, heide, polderlandschap, het dierenleven, maar bovenal de bossen.

Telkens weer weet de natuur mij te verleiden tot contact. Zij heeft daarvoor vier verleidingsstrategieën in haar ‘boudoir’: lente, zomer, herfst en winter. Voor haar drie eerste manifestaties val ik als een blok. Voor de laatste, de winter, moet zij voor mij toch wel een tandje bijzetten. Dit deed zij onder andere twee jaar geleden. Ik ging wandelen rond om het Koos Vorrinkhuis in De Lage Vuursche. Als je vanaf dit huis richting Maartensdijk loopt of fietst, want er ligt daar ook een smal fietspaadje, zie je na tien minuten een boerderij die midden in het bos ligt. Op de bewuste koude winterdag was verleidster natuur op haar best. Er lag een mooi wit laagje sneeuw over haar loofbomen die de kaalheid verhulde. Groene, bepoederde dennen bogen zich sierlijk naar beneden. En …er lag een mooie, wit gewatteerde deken van sneeuwvlokken over het grasland van de boerderij. Tot mijn grote verbazing liep er een tiental paarden enthousiast heen en weer. Sommigen hapten vrolijk naar de vlokken met uitbundige sprongetjes van hun achterbenen en anderen wentelden zich verrukt op hun rug, met hun benen omhoog, in de sneeuw. Ik hoorde de buizerd schreeuwen….. Toen besefte ik dat het bos mij ook ’s winters om haar vingers kon winden.

Bijna iedere dag maak ik dan ook even tijd voor haar alvorens weer terug te keren naar mijn stenen, door een centrale verwarming op temperatuur gehouden, woning. Zonder enige gêne of bijbedoeling probeert de natuur mij telkens weer op een vriendelijke, uitdagende en regelmatig ‘onstuimige’ wijze te verleiden tot een bezoek aan haar. Zelfs als het windkracht zes waait en het bos behoefte heeft om oude takken van zich af te schudden, wat dus niet van gevaar ontbloot is, intrigeert haar “geloei” mij om desondanks nog even een kijkje te gaan nemen. De bossen rondom natuurvriendenhuis Koos Vorrink in De Lage Vuursche, waar ik vaak wandel, pronken niet alleen met hun uiterlijk: reusachtige bijna twee meter hoge varens, stoere honderd jaar oude beuken, een lieflijk heideveldje met daarop een eenzame vliegden, knokige eiken. Het bos prikkelt mijn zintuigen ook met haar verrassende, soms nauwelijks te herkennen geuren. De geur van sparren, mos en dierenleven je kunt het niet echt benoemen. Wel ervaren, maar bovenal voelen.

In het bijzonder dit ‘voelen’, heb ik nodig om in balans te blijven in onze overprikkelde maatschappij. Zodra ik ‘verleidster ‘ bos bezoek, voel ik mij een piepklein onderdeel van het totale universum. Mijn zorgen en piekergedachten worden als vanzelf ook ‘piep’ en ik hervind al gauw mijn innerlijke rust. Vanuit een positieve zelfkracht kan ik dan ook weer beschouwend kijken naar mens, natuur en mijzelf. En dit delen met de lezers van Bosflirtjes……

Ton Oostveen, 22 oktober 2016